Gezondheidsaspecten

Elektromagnetische velden (EMV)

Elektromagnetische velden ontstaan overal waar elektriciteit wordt gebruikt. Deze velden ontstaan wanneer elektrische ladingen in beweging zijn. Magneetvelden maken deel uit van ons dagelijks leven, want ze komen voor bij alle elektrische apparaten in ons huis en rondom alle onderdelen van het elektriciteitsnet.

Er zijn internationale richtlijnen om te zorgen dat de magneetvelden niet te hoog zijn in de buurt waar mensen wonen en werken. Deze richtlijnen bepalen wat als veilig wordt beschouwd. Volgens deze Europese aanbeveling mag de blootstelling voor magneetvelden (van 50 hertz) voor de bevolking niet hoger zijn dan 100 microtesla. Zowel bestaande als nieuwe elektriciteitsstations voldoen aan deze blootstellingslimiet op openbare plaatsen. 

Nederlands voorzorgbeleid

Naast de Europese blootstellingslimiet hanteert de Nederlandse overheid een voorzorgbeleid voor langdurige blootstelling aan magneetvelden van het elektriciteitsnet. Dit beleid heeft tot doel om de langdurige blootstelling aan magneetvelden nog verder te verminderen, voor zover dat mogelijk is. Dit is niet omdat het aantoonbaar nodig is om gezondheidsredenen, maar uit voorzorg. 

Het beleid is onlangs herzien en houdt rekening met de groei van het elektriciteitsnet en komt tegemoet aan de mogelijke zorgen vanuit de omgeving. Het voorzorgbeleid is aangevuld met regels voor de bouw van nieuwe elektrische installaties, zogenaamde bronmaatregelen. Bij de aanleg van nieuwe stations en kabels wordt met het ontwerp ervoor gezorgd dat magneetvelden zo klein mogelijk worden gehouden. Hier wordt ook naar gekeken wanneer aan bestaande elektriciteitsnetten grote werkzaamheden worden gedaan

In het voorzorgbeleid staat het advies om bij bovengrondse hoogspanningslijnen afstand te houden door het berekenen van een magneetveldzone waarbinnen het magneetveld jaargemiddeld hoger kan zijn dan 0,4 microtesla. Een grenswaarde van 0,4 microtesla bepaalt die afstand. Voor ondergrondse kabels en het elektriciteitsstation geldt geen voorzorgbeleid voor het houden van afstand. Desondanks hebben TenneT en Liander, in overleg met de GGD en de gemeente Alphen aan den Rijn, ervoor gekozen om op basis van de afstanden uit het Lysias rapport om de zone in kaart te brengen waarbinnen maximaal 0,4 microtesla gemeten kan worden. Over het algemeen is deze zone ruim genomen. In werkelijkheid is de 0,4 microtesla zone op veel plekken kleiner dan de zone die op de afbeelding is te zien. Gebleken is dat de 0,4 microtesla contour geen woonbestemmingen raakt.

Liander en TenneT passen aanvullende technische maatregelen toe om de magneetvelden te beperken. Onder deze maatregelen vallen:

  • Fasen optimalisatie bij ondergrondse kabels (dat wil zeggen: het op een bepaalde wijze positioneren van de elektriciteitsdraden ten opzichte van elkaar);
  • Het in driehoeksformatie leggen van ondergrondse kabels;
  • Het verkleinen van de afstand tussen elektriciteitsdraden.

Meer algemene informatie over EMV vindt u hier.

Geluid

Door Liander en TenneT wordt zoveel als mogelijk de geluidemissie naar de omgeving beperkt:

  • De toe te passen geluidbronnen op het terrein (transformatoren en vermogensschakelaars) kunnen als geluidarm worden aangemerkt.
  • De continue geluidbronnen op het terrein (de transformatoren) zijn zo ver als mogelijk van woningen af geplaatst.
  • De transformatoren zijn in (half open) cellen geplaatst.
  • De oriëntatie van de open zijde van de transformatorcellen is van de dichtstbij gelegen woningen af gericht om de optredende geluidniveaus bij deze woningen te beperken
    (dit is gewijzigd ten opzichte van het oorspronkelijke ontwerp van het transformatorstation).

De geluidbijdragen van het elektriciteitsstation op de gevels van woningen in de omgeving zijn berekend conform de wettelijk voorgeschreven rekenmethodiek. Bij deze berekeningen is een ‘worst case’ benadering is toegepast. Zo is ervan uitgegaan dat de vier te plaatsen transformatoren allemaal gelijktijdig op vollast gedurende 24 uur per dag in bedrijf zullen zijn. De praktijk zal vrijwel altijd gunstiger uitvallen. Dit zal leiden tot lagere geluidniveaus bij de woningen. Voor de geluidsvermogens van de transformatoren is eveneens uitgegaan van de maximale waarde.

Bij de beoordeling van de berekende geluidniveaus op de gevels van de woningen is het stappenschema in de VNG-richtlijn ‘Bedrijven en milieu zonering’ gehanteerd. Hoewel de omgeving zou kunnen worden aangemerkt als ‘gemengd gebied’, zijn de geluidniveaus toch getoetst aan de (5 dB strengere) richtwaarden voor een ‘rustige woonwijk / rustig buitengebied’.

Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat zelfs ruimschoots wordt voldaan aan deze strengere richtwaarden.